Hoofdstuk 7: Satire

Satire gaat over je mening uitspreken. Iemand die satire maakt wil mensen wakkerschudden en laten zien dat hij het ergens niet mee eens is. de lach is daarom ook niet heel hartelijk. Programma's zoals Zondag met Lubach, kan nie waar zijn en van Kooten en de Bie zijn satire. In de Griekse oudheid was het een en al satire. satire was daar het bittere medicijn maar wel noodzakelijk.
Pamfletten zijn ook satire, mensen lieten daarop merken wat ze van iets vonden en verspreide dit door de steden of zelfs landen, dit was natuurlijk illegaal. een schimpdicht is een dicht waarin je iemand bespot, de schone schijn werd ontmaskerd. De satire schrijvers laten hun verhaal lachwekkend aan het publiek zien, alleen was dit soms ook choquerend. Een satiricus laat je niet met hem meevoelen maar laat je wel handelen, hij gebruikt de intelligentie van zijn publiek. De satiricus wekt bewust walging op. Hij gebruikt woordspel en vreemde paradoxen in zijn teksten, ze gebruiken straattaal en taboewoorden.
In satire heb je een direct sprekende stem, het taalgebruik is informeel. In de oudheid werd satire in dicht vorm geschreven en de inhoud heeft vaste vorm. Er kwam een heel fout personage te zien, en daarna een goed personage.
Opdracht 7.1
Maak zelf een satirisch verhaal:
Electronica, wat houd ik ervan: Mijn hypermoderne smartphone, mijn supersnelle computer en de televisie. Ze zijn fantastisch, alleen is er 1 heel klein probleempje...... Het instellen van zulke apparaten! Bijvoorbeeld bij mijn telefoon: eerst mijn geboortedatum, okey effe doen alsof ik heel oud ben zodat er geen opties worden geblokkeerd. En nu, mijn naam, eehmmm hoeft mijn apparaat dat te weten? Nee. Volgende optie: Mijn IBAN? Dat heb ik toch helemaal niet! MAM! IK HEB JE BANKPAS NODIG! (Na een paar uur zuren eindelijk gelukt).
Woonplaats? Afghanistan :P
Okey ik ben binnen, Wacht een update? <zucht>
Vervolg satire
Satire begint medias res (in het midden). Er is geen ontwikkeling vooraf gekomen, het verteld ook niet de gevolgen van de gebeurtenis. Je mag bij satire maar 1 vervelende eigenschap bespreken. Satiricus wouden meer eigenschappen bespreken dus al gauw kwamen er satire bundels uit. Thema's die veel voorkwamen in de west-Europese literatuur:
1 De edele mens, ze plaatsten deze tegenover corruptie en hebzucht.
2 Literaire kritiek, teksten en mensen werden aangevallen die zich niet houden aan de leer van het spreken.
3 Valse geloofshouding zoals hekserij en tovenarij, en mensen die vals een geloof aanbidden.
4 Het thema van de vrouw: ze leverden kritiek op de vrouwenrechten.
5 De relatie tussen meester & bedienden maar ook god & mens.
6 Hebzucht
7 De wijze en de Dwaas.
8 De maaltijden, het verschil tussen grote maaltijden en een hongermaaltijd.
9 de grote stad, ze waren tot de conclusie dat het daar onleefbaar is.
10 De modegek die elke dag nieuwe kleren kocht.
11 Het reisthema.
Maak jouw eigen website met JouwWeb