Hoofdstuk 3: Klucht

Een klucht is een kort humoristisch toneelstukje over het dagelijks leven. Het kenmerkt de platte taal en type's of volkse personages. Het word vooral in de 17e eeuw geschreven, het staat tegenover de tragedie, een klucht was om de verveling te bedrijven en een remedie tegen melancholie. Het is realistisch , de karaktereigenschappen zijn erg overdreven. er zijn veel persoonsverwisselingen en de verhaallijn was snel voor die tijd en bestond uit 1 bedrijf. De klucht legt de nadruk op een handeling, deze handeling was meestal verraad of bedrog en het hoofdkarakter die dit probeerde te verbergen. Dit zorgde vaak voor een kettingreactie van andere gebeurtenissen. Kluchten waren volksvermaak, ze gingen ook vaak over goedgelovigheid, dronkenschap en alles wat god verboden heeft. 

De grappen zijn grof  en gaan vaak over seks, maar er zat altijd een moraal in het verhaal. Het publiek moest wijzer naar huis gaan. De lach  was een serieuze zaak , ze hadden in de bijbel niet gelezen dat Jezus lachte dus plezier maken mocht niet. Gelukkig waren er ook andere mensen die wel lacht. Mensen leefden op het randje van depressie. De heldere blik van de realiteit werd vertroebeld. de personages in een klucht zijn vaak net als de clown, slachtoffer van hun eigen daden. 

Kenmerken van Klucht zijn:

-Een plat/boers accent.

-Grof taalgebruik & grappen.

-Het personage vertegenwoordigd een bepaalde zwakheid van de mens: een negatieve karaktereigenschap of een onhebbelijkheid die voor iedereen herkenbaar is.

-Dit personage is het mikpunt van de spot.

-Het verhaal is makkelijk te volgens en is voorspelbaar.

-Veel gebruik van cliché.

-Goed voor jong & oud (ook al begrijpen de hele jonge niet het grove taalgebruik)

Maak jouw eigen website met JouwWeb